Interview door de GayKrant, december 2021


Gert Hekma (Bedum, 24 september 1951) was van 1984 tot en met 2017 docent homo- en genderstudies en lid van het Sociologisch Instituut van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.

Hij is gespecialiseerd in de antropologie en in de geschiedenis van (homo)seksualiteit en deed onderzoek naar allerlei aspecten daarvan zoals de seksuele revolutie in de jaren 1960 en 1970, pedofilie en seksuele variaties, een stap verder dan hetero en homo. Daarnaast schreef hij over schrijvers als Louis Couperus, Jacob Israël de Haan, Gerard Reve en de Markies de Sade.

Afgelopen 13 december werd zijn website www.gerthekma.nl gelanceerd, met daarop al zijn tot nu toe gedigitaliseerde artikelen en publicaties. Gaykrant ging in gesprek met Gert.



Hoe is het met je?


Het gaat. Helaas heb ik na mijn afscheid op de universiteit in 2017 een lichte beroerte gehad in 2019. Het bal van het verval is wel een beetje te vroeg begonnen, vind ik zelf. Om nu al de eregast te zijn… er valt mee te leven, al heb ik last van duizelingen waardoor ik niet meer fiets.


Je website is gelanceerd.


Ja. Ik besloot om de website toch maar te lanceren, zonder knallende jurken en kurken. Er was door corona geen mogelijkheid om een feestje te geven. Het voelt heel prettig aan dat de website af is, m’n ontwerper Riezs heeft het onmogelijke mogelijk gemaakt. Na alles wat ik in mijn werkzame leven aan de universiteit heb gedaan, is dit een mooie volgende stap. Misschien wel vooral een tijdgebonden oeuvre maar daarbij een goed gedocumenteerd en vanuit historisch oogpunt interessant resultaat.


Ik ben van oorsprong cultureel antropoloog. Ik schreef daar in 1978 mijn scriptie over homoseksualiteit en dat was heel goed te doen, zoals het ook vanuit de sociologie goed gekund zou hebben. Daar ben ik uiteindelijk aangesteld. In 1983 hebben wij eerst met een viertal studenten een internationaal congres op touw gezet: ‘Onder mannen, onder vrouwen’. Het was het eerste internationale initiatief op het gebied van wat homostudies ging heten en het doel was de blik op homoseksualiteit te verbreden, voorbij het ziekte, zonde en wetsovertreding verhaal. Vanaf begin jaren tachtig kwam er wetenschappelijk gezien steeds meer van de grond rondom een nieuwe plaatsbepaling. Een ontwikkeling met steun van velen. Jim Holmes, dichter en winnaar van de Martinus Nijhoffprijs, gaf steun vanuit de literatuurwetenschappen. Annemarie Grewel – de opvallende en non-conformistische voorzitter van de universiteitsraad en PvdA-congressen - steunde de vernieuwing vanuit de docenten, mijn prof Abram de Swaan ook. Tegelijk ontstond homostudies in Utrecht rond Rob Tielman.


In 1984 kreeg ik de aanstelling voor homostudies bij de vakgroep sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, een plek voor half een man, half een vrouw. Ik ben altijd in deeltijd blijven werken. In het begin was het stormachtig: de boel op gang brengen, het moment grijpen. We gaven voornamelijk les aan Nederlandser studenten sociale wetenschappen, maar vanaf de jaren negentig kregen we veel internationale studenten en gastdocenten, zoals Gilbert Herdt en de onvergelijkbare George Mosse. Eerst was de angst van vrouwenstudies dat homostudies mannen zou inbrengen die het vak zouden overnemen. Uiteindelijk werd de aandacht afhankelijk van (internationale) studenten en van maatschappelijke ontwikkelingen. Soms werden juist vrouwenstudies groter en kreeg etnische studies wat ruimte. Uiteindelijk is homostudies opgegaan in ‘Sex and Genderstudies’ en is alles naar vrouwen gegaan. En die studies ontwikkelen zich uiteraard verder, zo neemt bijvoorbeeld etnische studies toe.


Je deed soms pittige uitspraken. Over seks. Over monogamie.


Mijns inziens zijn de meeste mensen bang voor hun eigen seksualiteit, en maken zij geen gebruik van hun seksuele burgerschapsrechten waardoor ze geen ‘volledig’ mens durven te worden. Vaak blijven ze ergens steken. Dat moet je doorbreken, want als je taboes op seks en gender doorbreekt, dan verbreed je de horizon. Het is net als met de AutoRai: je bent best tevreden met je eigen auto, maar tijdens zo’n beurs kun je genieten van alle nieuwe auto’s, motoren, modellen. Dat hoop ik te bereiken met mijn website. Er staan ontzettend veel onderwerpen op en mensen kunnen er naar hartenlust zoeken. Hopelijk verbreedt het menig horizon.


Hoe ziet de toekomst eruit?


De toekomst ziet er goed uit, al blijft alles wat met seksualiteit en gender te maken heeft nog steeds lastig en zal het dat nog lange tijd blijven. Maar kijk naar Michiel van Erp en zijn ‘Roze Revolutie’: dat was heel interessant. ‘Gloei’ van Edward van de Vendel is een heel mooi en goed boek. Laurens Buijs en Linda Duits met hun onderzoeken: allemaal heel interessante mensen, activiteiten en ontwikkelingen. Nee, ik ben niet negatief over de toekomst: er kan op het gebied van gender en seksualiteit nog veel meer opengaan. Polyamorie, bijvoorbeeld, of verschillende relaties op diverse niveaus. Alles kan. Denk maar eens aan de invloed van de architectuur: alle woningen zijn ingericht op een standaardgezin, een koppel of een alleenstaande, maar zoek eens een appartement of een huis waar je met drie, vier of meer volwassenen wilt samenwonen die graag samen willen wonen, maar die misschien ook graag een eigen woonkamer of keuken willen hebben. En dan heb ik het nog niet eens over de hypotheekverstrekkers. Er kan nog zoveel veranderen, op zoveel gebieden.


Ik wens je nog een heel lang en gezond leven toe, maar hoe zou je graag herinnerd willen worden?


Controversieel maar interessant.


Met de website als kroon op je werk.


Nadat ik weg was gegaan bij de universiteit, vroeg een oud-collega mij een keer naar een van mijn artikelen. Ik had inmiddels op zoveel verschillende websites en kanalen mijn artikelen staan dat ik het overzicht verloren was. Toen heb ik besloten alle artikelen voor iedereen beschikbaar te stellen en die zijn nog lang niet uitgeput: toen ik begon was er niks digitaal en daar ligt nog een schat aan kennis.


Dus je bent nog wel even bezig met je website


M’n onvolprezen Riezs maakte de website van 220 digitale artikelen en ik heb hem 70 boeken gegeven met nog meer stukken van mij erin. Die zal hij op de website zetten en misschien nog meer!


Amsterdam, december 2021