Homo in Turkije
Op de grens van Europa en Azie ligt Turkije. De Blauwe Moskee en de Agya Sofia in Istanboel staan tegenover elkaar als symbolen van Islam en Christendom. De Amerikanen vinden dat de Europese Unie (EU) Turkije als lidstaat moet toelaten vanwege de brugfunctie van het land – tussen Europa en Azië, Oost en West, Islam en Christendom. In Europa en Turkije zelf zijn de meningen verdeeld. De Turkse homo’s en lesbo’s zijn blij met mogelijke toetreding tot de EU omdat ze kansen zien om vaart in hun emancipatiebeweging te krijgen, de Europese homo’s en lesbo’s kijken argwanend naar nieuwe lidstaten zoals Polen, Roemenië en Turkije omdat die de balans in de EU kunnen laten doorslaan naar conservatieve morele posities. Want de paus en de moslims zij vaak twee handen op een buik wanneer het gaat om (homo)seksuele rechten. Het is een interessante ervaring om zo’n grensgebied als Turkije te bezoeken.
Eind mei was er een conferentie over homofobie in Ankara. Het was een mooie gelegenheid om met Turkije kennis te maken en via Istanboel naar ’s lands hoofdstad te reizen. Istanboel is een geweldige stad met een grote geschiedenis, prachtige architectuur, leuke cafes en restaurants, magnifiek gelegen aan de Bosporus. We kwamen op een warme avond aan in Sultanahmet waar we een hotel hadden geboekt onder de Blauwe Moskee die badend in het licht oprees uit de duisternis, met tientallen grote meeuwen zwevend tussen de minaretten. Je waant je gelijk in de sprookjes van 1001 nacht. Vanaf het terras hadden we uitzicht op de Bosporus en zagen een gestage stroom zeeschepen de ene of de andere kant opstomen (er is eenrichtingsverkeer vanwege alle drukte) en allemaal pontjes die de twee continenten met elkaar verbinden. Een paar dagen waren we in Istanboel, veel te kort om alle hoeken en gaten van de stad te verkennen. Schitterend zijn de moskeeën en andere monumenten, de uitzichten op Bosporus en Gouden Hoorn, de razend drukke markten. Een verademing zijn de mannen die je borend aankijken en niet op de grond gaan spugen als je terugkijkt zoals in Amsterdam. Misschien zijn die Turkse mannen niet zo mooi, maar na een paar dagen ontdek je hun schoonheid – macho’s met een toefje zachtheid.
Na twee dagen gingen we naar Ankara op de bezoek bij de homobeweging Kaos GL, dertien jaar oud en een jaar geleden met de Turkse regering gewikkeld in een strijd om erkenning die ze heeft gewonnen. Ze krijgt nu zelfs geld van de overheid voor AIDS-preventiewerk. Het was een plezier om op de conferentie te zijn vanwege de leuke homojongens en de stevige potten die veel vertrouwen wekten. Drie punten stonden hoog op hun agenda: coming in/out bij de familie want ouders stellen homoseksuele kinderen vaak niet erg op prijs; de dienstplicht in een homovijandig leger waar homomannen met moeite onderuit komen en de positie van transseksuele prostituées die nogal eens door de politie in elkaar worden gemept. Aan ons Europeanen vroegen ze om onze politieke vertegenwoordigers (Lagendijk, Eurlings en anderen) te vragen de homorechten steeds op de agenda te plaatsen als ze naar Ankara komen voor EU-overleg.
De jongens van Kaos noemen zich ‘gay’. Ze leggen uit dat de meeste Turkse mannen geen bezwaar hebben tegen homoseks, als ze maar de actieve positie kunnen innemen. De nichten of ‘ibnes’ moeten die mannen hun bips of mond aanbieden en doe je dat, dan kun je alle seks van de wereld krijgen. Maar de gay boys hebben steeds minder zin in die heteroheren die hen gebruiken voor lustbevrediging en wenden zich steeds meer tot elkaar. Ze zijn geen ibnes meer die zich laten naaien, maar gays die meer gelijkwaardige relaties zoeken. En helaas vaak niet vinden. Daarom dromen ze van Europa – van al die gays die hier te vinden zijn.
Kaos heeft aan een grote boulevard van Ankara een kantoor waar het een zoete inval is voor de lokale potten en nichten. Verder heeft de miljoenenstad homo’s niet veel te bieden – een bar voor de gay boys en drie sleazy tenten voor de ibnes. En nu dus een conferentie waar een Noors parlementslid en een handvol homo- en lesbo-academici en activisten uit Europa kwamen. Een Turkse kunsthistoricus en schrijver, beide homo, trokken veel meer publiek dan de Westerse gasten – want er zijn weinig Turken die het Engels beheersen.
Na een kort bezoek aan Ankara waar het vol mensen was maar zonder de schoonheid van Istanboel, keerden we per bus terug naar de oude hoofdstad. Heel comfortabel zijn die bussen en het landschap tussen beide steden is niet onaardig. De zes uur durende trip is voorbij voordat je er erg in hebt. In Istanboel bezochten we nog de Lambda, de lokale homo-organisatie waarvan het kantoor al even gezellig is als dat van Kaos. Aardige mensen namen alle tijd om ons te vertellen van hun activiteiten. Ze zijn dapper bezig maar hebben nog een lange weg te gaan – homoseks is misschien geen taboe en staat niet in de strafwet, maar homo-zijn is een heel ander verhaal.
Hoe lelijk het leven kan zijn, mochten we in Istanboel ervaren. Op de plekken waar toeristen komen, wemelt het van jongemannen die allerlei diensten aanbieden. Zo’n jongen die beweerde gay te zijn en het erg moeilijk te hebben in Turkije, wilde ons wel een homobar laten zien. We waren in een prima stemming en volgden onze nieuwe vriend vol goede moed. Hij bracht ons naar de Ararat, een tent bij het Taximplein die sterk deed denken aan de louche bars met damesbediening die je nog wel aan het Thorbeckeplein vindt. Wij dachten in onze onschuld nog dat die dames transen waren. In plaats van een glas wijn bestelde onze gastheer maar gelijk een fles en de hapjes volgden. En na de eerste slok en de eerste smakeloze pinda volgden drie dames, mini-flesjes champagne bij de hand. Nee, deze dames die ons bestormden waren geen transen en we wisten niet hoe gauw we van ze af moesten komen. En zelf vertrekken. Maar tussen vertrekken en weg zijn lag de rekening die in een half uurtje ongevraagd was opgelopen tot 600 euro. We protesteerden en werden uitgenodigd ons beklag te doen in het kantoortje van de manager – waar zich voor de deur drie uitsmijters posteerden. Gegijzeld en afgeperst in een hoerenbar, lieve Allah, dat hadden we toch niet zo bedoeld. Allerverschrikkelijkst vervelend. Het oponthoud duurde misschien een kwartiertje en we kwamen er ongenadig af met een afgedwongen betaling van 300 euro.
We hebben ons beklag gedaan bij de politie die heel aardig was. Ze deden nog een inval in de Ararat, lieten de hoofdschuldige ontsnappen en arresteerden een hoertje, een kelner en een uitsmijter. We kregen sterk de indruk dat de politie niet onbekend was met de werknemers van de hoerenbar maar de commissaris sprak de verdachten streng toe, kennelijk om ons te plezieren. Vier uur laten konden we met een officiële verklaring van de politie weer naar ons hotel terug. Zoals een homovriend later hoofdschuddend tegen ons zei, je kunt beter vertrouwen op de Spartacus dan op de strontvliegen die je regelrecht naar een gay bar leiden die de potentie van een slechte gevangenis heeft.
Het was geen leuke en geen goedkope ervaring, maar laat je er niet door weerhouden om de grootste stad van Europa te bezoeken. Alleen niet meegaan met fake gay mannen!